Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gij zult ook zeggen: Zie, uw knecht Jakob is achter ons! Want [30]hij zeide: [31]Ik zal zijn aangezicht verzoenen met dit geschenk, dat voor mijn aangezicht gaat, en daarna zal ik zijn aangezicht zien; misschien [32]zal hij mijn aangezicht aannemen. 30. Te weten, bij zichzelven; dat is, hij dacht. Zie boven, hfdst.20 vs.11. 31. Dat is, ik zal zijn toorn, dien men in het aangezicht gewoonlijk ziet, stillen; zie Spreuk.21:14. 32. Deze manier van spreken, te goede genomen zijnde, betekent iemand gunstig zijn, en goed doen uit vriendelijke en redelijke aanmerking van het goede wat in hem is. Het wordt gezegd van God, wanneer Hij uit enkele genade het goede, dat van hem alleen gekomen is, vriendelijk aanziet; boven, hfdst.19 vs.21; en van de mensen, wanneer zij om enige billijke reden hun naasten gunstig zijn; gelijk hier en 1 Sam.25:35; 2 Kon.3:14.